Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet op het basisonderwijs, enz. (het totstandbrengen van onder meer een Wet op het primair onderwijs en een Wet op de expertisecentra)

 

Artikel XLIII SALARISGARANTIE PERSONEELSLID MET WERKGELEGENHEIDSGARANTIE EN VERGOEDING KOSTEN SALARISGARANTIE
1
Een personeelslid met een werkgelegenheidsgarantie dat zowel op 31 juli 1996 als op 31 juli 1998 was benoemd bij het bevoegd gezag van een school of scholengemeenschap als bedoeld in artikel XXXIII, eerste lid, heeft bij herplaatsing in een nieuwe functie als bedoeld in artikel XLII ten minste aanspraak op salariëring volgens het carrièrepatroon dat in de oude functie laatstelijk voor hem gold, alsmede op behoud van het uitzicht op de maximumschaal welke in die functie laatstelijk voor hem gold. De in de eerste volzin bedoelde aanspraak geldt niet voor zover de omvang van de nieuwe functie de omvang van de oude functie overschrijdt.
2
Bij een herplaatsing als bedoeld in het eerste lid wordt het verbruik van formatierekeneenheden, bedoeld in artikel I-P78 van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel, voor het betrokken personeelslid gebaseerd op de maximumschaal en het carrièrepatroon behorende bij de oude functie, tenzij het verbruik behorende bij de nieuwe functie gelijk of hoger is.
3
Indien de herplaatsing, bedoeld in het eerste lid, plaatsvindt in
a
een functie aan een of meer basisscholen,
b
het bij die functie behorende verbruik van formatierekeneenheden lager is dan het verbruik op grond van de oude functie,
c
herplaatsing in een functie met hetzelfde verbruik van formatierekeneenheden als de oude functie niet mogelijk is,
d
de benoeming in de oude functie uitsluitend gecontinueerd had kunnen worden met behulp van formatierekeneenheden als bedoeld in artikel XLIV, eerste lid, en
e
is voldaan aan de in het vierde lid bedoelde regels, heeft het bevoegd gezag waarbij het personeelslid wordt herplaatst voor de duur van het dienstverband met dat personeelslid aanspraak op een vergoeding van rijkswege ter grootte van het verschil in verbruik van formatierekeneenheden tussen de oude en de nieuwe functie.
4
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen kan ter uitvoering van het derde lid nadere regels stellen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •